Piano
De piano is zowel een slaginstrument, toetsinstrument als snaarinstrument.
Je kunt er melodieën en ritme op spelen maar ook de begeleiding.
Met je vingers speel je op de witte en zwarte toetsen – het klavier. Daarbij heeft een piano twee pedalen en soms wel drie.
Op piano kun je van alles spelen! Het is een veelzijdig instrument.
Op les leer je noten lezen, ritmes klappen en met zowel je linker- als rechterhand spelen. Als het een beetje lukt, kun je ook samen met andere instrumenten spelen.
Of er bij zingen! Wel moet je veel oefenen. Het liefst elke dag op een vast tijdstip.
Eerst was er de pianoforte. Daar speelde Mozart al op. Het was een instrument waar je zowel piano (= zacht ) als forte (= sterk) op kon spelen. Dit werd afgekort tot piano. Binnen in de piano zitten allemaal vilten hamertjes die tegen de snaren slaan als je met je vinger een toets indrukt. Er zijn ook vilten dempers, dan blijft het geluid niet doorklinken. De snaren in de piano zijn rechtop bevestigd, die van een vleugel liggen horizontaal. Een piano moet je ook laten stemmen. Dat doet de pianostemmer.
Hij draait aan de stempinnen totdat hij de goede toon hoort
Dat is wel een heel precies werkje!
Er zijn veel goede pianobouwers en er zijn veel verschillende merken.
In een pianozaak kun je daar eens mee kennismaken en je laten adviseren.
Tevens zijn er digitale piano’s. Deze hebben ook witte en zwarte toetsen, maar geen vilten hamertjes. Hier kun je zeker leuk op spelen, maar je leert er niet de specifieke pianoaanslag op.
Op Muziekschool Woudenberg wordt er op verschillende dagen pianoles gegeven.